De rode bal zonk achter een boom. Sjon Ween gaf zijn paard de sporen. Het paard keek achterom. "Laat dat lul". Jaja, Sjon Ween had een sprekend paard. Gekocht op ebay van een doof omaatje, die er toch weinig vreugd aan kon beleven. Enfin, Sjon dacht aan de mop die zijn dronken vader altijd placht te vertellen tijdens biljartwedstrijden.
"Een toerist loopt zo'n beetje door de woestijn. Komtie bij een oase een arabier tegen. De arabier zat een beetje met z'n pik te spelen, bekeken door zijn paard, zijn kameel en zijn schaap. Hee! Arabier! Mag ik eens met jouw paard praten? De arabier krabte zijn baard. Natuurlijk niet, mijn paard kan niet praten. Enfin, de toerist probeerde het toch. Hallo Paard, alles goed met u? Bek dicht, sprak het paard. Ik zit te schijten. Hmmm, de arabier krabte zijn baard. Sterk spul dat oasewater. Hee, arabiertje! Achterlijke Bin Laden van me! Ik wil ook even met je kameel keuvelen. Kan dat geregeld worden? Muhahahahahahaha ha! bulderlachte de arabier met veel theater. Mijn kameel kan niet praten, jij seniele toerist! Enfin, de seniele toerist sprak al zeikend over een piramideblok tegen de kameel. 'Hee kameeltje! Waar blijven die blokken kaas?!' Onder uw voorhuid, seniele toerist. Oja, sprak de toerist. Da's waar ook. De arabier trok wit weg. Jajaja, arabiertje. Daar sta je van te kijken, nietwaar?! Mag ik ook even met je schaap praten, vroeg de toerist? "NEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE!'
Enfin, de biljarters snapten 'm ook niet. Inmiddels was de rode bal finaal verdwenen. Sjon kon het echter niet goed zien. Het was namelijk al donker.