Navigatie de voorplecht Dankbaar Uitgelogd
Huishoudelijk
5 oktober 2005 |
Woensdag, 5 April 2006
‘Dit is helemaal verkeerd... we zitten hier echt niet goed hoor…’ Peter zijn stem klinkt bezorgd. En terecht, we zijn verdwaald in een vreemd land en het is midden in de nacht. We rijden ergens in het grensgebied tussen Bosnië en Kroatië. In Sarajevo hebben we opgetreden voor een zaaltje met twee- of driehonderd punkers en in ruil daarvoor hebben we gratis bier en andere drank gekregen. Omdat de doorzeefde muren van Sarajevo ons deprimeerden en de punkers daar nog armer zijn dan wijzelf, besloten we maar meteen de thuisreis te aanvaarden en de blikjes en flessen mee te nemen in ons busje. Wel lekker, dacht ik eerst; onderweg, een doel voor ogen, genoeg drank… maar nu best wel kloten, omdat ik nu met een slok op helemaal geen idee meer heb waar we zijn… en waar we zouden moeten zijn. Komt nog bij dat het oude Ford-busje van Peter z’n broer, dat hij voor de gelegenheid mocht lenen en waar we nu met z’n vieren in zitten, kraakt en zucht alsof het hele ding ieder moment in elkaar kan zakken. Iets dat sowieso al de hele trip voor gespannen gezichten heeft gezorgd. ‘Ik moet pissen!’ zegt Dirk. ‘Kunnen we effe stoppen...?’ Ik stuur naar de zijkant van de weg, er is hier verder geen verkeer, en gooi de motor uit. De zomernacht strijkt langs ons gezicht als we uitstappen. Het is nog warm, maar niet benauwd, de nacht heeft wat verkoeling meegebracht, misschien vanuit zee. Krekels in de berm maken hun geluid van papier dat over elkaar wordt geschoven. Het ruikt hier naar het zuiden. Boven de bergen hangt de maan in de lucht, stil en groot, groter dan thuis. Dirk en ik lopen van het busje weg langs een paar bomen en struiken en komen bij een plek waar de berm steil naar beneden loopt. In de verte, heel ver weg, zie ik een eenzame auto door de nacht bewegen. Een klein geel vlekje dat langzaam tegen de berg op beweegt en nu en dan verdwijnt om even later weer te voorschijn te komen. Klein, maar groot genoeg om bij mij het gevoel van ontreddering weg te nemen. Het troost me een beetje te weten dat er daar ook nog ergens mensen zijn die net als wij door de nacht heen moeten rijden op weg naar huis. De wereld is niet zo groot… Voor onze voeten, maar dan een meter of anderhalf of twee beneden ons, staat het gras minstens een halve meter hoog. Beiden halen we onze pik te voorschijn en pissen in twee kletterende bogen het hellinkje af. ‘Daar glimt iets…’ gaapt Dirk al pissend. ‘Waar?’ ‘Daar...’, en hij gebaart met zijn kin en wijst tegelijkertijd met zijn lul en handen naar links, en zijn afnemende urinestraal zwiept als een geeldoorzichtige zweep erachteraan. Ik kijk en inderdaad, tussen het hoge gras ligt iets dat glimt. ‘Het is geen glas...’ zeg ik een beetje onnozel. Dirk geeft geen antwoord, maar bergt zijn ding op, veegt zijn handen af aan zijn broek en springt zonder iets te zeggen naar beneden. Ik doe snel hetzelfde en loop naar Dirk die al op zijn hurken bij het voorwerp zit dat onze aandacht had getrokken. ‘Kijk…’ zegt Dirk en hij lacht terwijl hij mij een geelkoperen trombone laat zien. ‘Nou ja...!' zeg ik luid en een beetje lachend: ‘Hoe komt die hier nou...?’ Dirk kijkt naar de trombone en klopt er hier en daar op, wat een hol geluid oplevert. Hij haalt de schuif van het ding wat heen en weer en er vallen wat aarde en droog gras van af. Met een geconcentreerde blik en zijn tong schuin uit zijn mond, begint Dirk de opgedroogde modder uit het mondstuk te pulken. Met zijn pink die er net in past, maakt hij draaibewegingen, zodat de aarde er beetje bij beetje uit valt. Dan, even later, als hij daarmee klaar is, schudt hij de toeter nog even heen en weer, kijkt er goedkeurend naar, haalt diep adem en zet het ding aan zijn mond. 'PFOEEAAAAHHHHhhhhh…’ klinkt het, en Dirk en ik moeten allebei lachen. ‘Jezus, wat een geluid, man!’ grijns ik en wrijf demonstratief over mijn rechteroor. ‘Hij doet het nog...’ grinnikt Dirk overbodig, ‘ik hou 'm…..’, en hij staat op en zet het instrument weer aan zijn mond en begint opnieuw te blazen. En daar gaat Dirk door het hoge gras, met van die rare stappen waarbij hij zijn knieën omhooggooit alsof hij meeloopt in de optocht van een fanfare. Borst vooruit, kin omhoog, blazen uit volle borst. Uit het gras waar hij doorheen loopt te paraderen, komt een soort wolken van stuifmeel of stof te voorschijn. Een ogenblik is Dirk verdwenen in die mist, maar dan zie ik hem weer mijn kant op komen. En heel even, slechts een moment, lijken er schimmen naast hem en achter hem met 'm mee te drijven. Een fanfare, een fantastische fractie-van-een-seconde-fanfare. Mensen langs de kant staan te kijken, klappen hun zondagse handen op de maat van de grote trom. Kinderen met grote ogen lopen opgewonden mee, tussen, achter en langs de benen van de volwassenen. Geluid van schor geblazen koper. De lucht is gekleurd van vreugde… En dan valt Dirk ineens voorover en verdwijnt tussen de lange stengels. Ik wrijf in mijn ogen en loop naar de plek waar ik Dirk net nog zag. Als ik bij hem kom, kan ik een grijns niet onderdrukken. ‘Volgens mij heb ik daar net gepist hoor,’ zeg ik half lachend, terwijl ik naar Dirk kijk om te zien of hij in orde is. Dirk is zo te zien niet gewond, hoewel hij met een pijnlijke trek op zijn gezicht zijn handen, die onder de bruine aarde zitten, aan het bekijken is. Achter hem zie ik de oorzaak van zijn val uit de grond steken. Een raar gevormde tak of wortel, denk ik eerst, maar dan, als ik het ding wat beter bekijk, aanraak en er met mijn wijsvinger over wrijf, herken ik de achterkant van een trompet. Ook Dirk ziet het en we kijken elkaar schaapachtig aan. Na nog geen twee minuten graven heb ik de trompet in mijn handen en na wat schudden en wrijven weet ik er ook een soort van geluid uit te krijgen. Peter en Marcel zijn nu ook naar ons toe gekomen en moeten lachen als ze onze nieuw gevonden instrumenten zien. ‘Heeeheee!’ roept Peter, die meteen een eindje verder het gras in is gelopen. Hij bukt om iets op te pakken en draait zich met gespreide armen naar ons toe terwijl hij weer overeind komt. Op zijn hoofd heeft hij de pet van een fanfaremuzikant. Een hoog model van blauwe, zwarte en witte stof, afgezet met gouddraad en met een zwarte klep. Veel te klein voor Peter zijn hoofd, die met zijn dikke lange krullen op een blonde versie van Slash lijkt. De pet staat, als een kunstwerk op een sokkel, hoog bovenop zijn haar en we moeten allemaal hard lachen. Nu gaan we alle vier verder kijken het veldje in, wie weet wat we nog meer vinden! Een eindje verderop houdt het gras op, we kijken naar een vreemd stukje grond dat slordig lijkt omgeploegd of zo, maar dan zien we wat er niet klopt aan het lapje aarde, er steken dingen uit. Het lijken takken, vreemde takken, maar dat zijn het niet. Het zijn botten. Botten in allerlei vormen, botten met hier en daar flarden kleding er nog aan. Geen mooie witte gladde botten, nee bruine, rafelige en vieze botten. Ik zie ruggenwervels, stukken heup, vier vingers van een hand. Rechts, iets verder, ligt een half begraven schedel nog verbeten naar de avondlucht te knauwen. Marcel kijkt naar iets bij zijn voeten en ik zie dat het tanden zijn. Gekleurde petten en stukken van uniformen liggen als trieste bloemen tussen de botten, duidelijk nog van kleur, maar zonder glans. Kleur zonder ziel. Ik zie nog een trompet liggen en her en der andere instrumenten of delen ervan. Ongeveer in het midden van het veldje steekt de hoorn van een tuba als een bizarre koperen paddestoel uit de grond naar boven. Peter zet de pet van zijn hoofd en legt hem voorzichtig op de grond. Dirk en ik leggen de gevonden instrumenten ook neer en we kijken elkaar aan. Daar staan we, niet wetend wat te doen of te zeggen, alleen maar te kijken naar wat er voor onze voeten ligt. Uiteindelijk hebben we ons omgedraaid, zijn we in ons busje gestapt en hebben dit vervloekte land met zijn vervloekte stukje grond achter ons gelaten. Onderweg waren we stil, ieder alleen met zijn eigen gedachten. Ergens tussen Noord-Italië en Oostenrijk zette Peter de radio aan, en hij heeft zeker vijf minuten aan de knoppen zitten draaien, maar het enige dat we konden ontvangen, was fanfaremuziek. We hebben het maar aan laten staan totdat het, inmiddels ver in Duitsland, niet meer te horen was.
door L* w00t WoooT! voor de intieme weblogjournalistiek; En zo hoort dat ook, met een fanfare.
In Duitsland geen fanfare horen valt anders ook nog helemaal niet mee! waanzin… voortdurende waanzin genaamd mensheid.
Homo-erotiek op een massagraf, vuigh!
Retteketet godsamme… een verschijning! Ik zie een verschijning! Het is Dick T.! Ik dácht al dat ik wat rook!
Brrr, daar had ik toch even het gevoel dat de geest van Bert Haanstra op m’n ruggegraat zat te tokkelen. Zeer mooie vertelling, Luldebehanger. Ik houd ook van trombones. Puur platonisch uiteraard.
Sommige mensen krijgen er een tromboner van. :: zoekt mooiste paastromboner voor bezoek aan oma ::
Slaatje?
Welnu, vooruit dan maar.
‘Krekels in de berm maken hun geluid van papier dat over elkaar wordt geschoven. Het ruikt hier naar het zuiden.’ Ik weet niet of dat wel ‘zuiden’ is. Zou het ook Dick T. kunnen zijn?
Mooi van titel. Goed van sfeer. Maar ja, slordig wel, ranzige boel met die joego’s. Maar ik denk dat er heel veel fanfare groepen zo gesmoord en vergeten zijn. In Afrika enzo. Peter, smeer ‘m ff bij Nove. Of ik ram die trombone zo hard in je zielerust dat je hoogste chakra alleen nog maar in B-klein onder je wazige vleespet kan kwelen.
Barcelona is natuurlijk ook gewoon beter. Makkelijk zat. All the young Dudes..tralalala. Ik hoor Bowie, en veel koper Zeer, zeer fraai, heer Behanger. Dank, zou ik zeggen.
Nu weet ik het! Luldebehanger is een pseudoniem van Leo Verdonkschot. Leootje!
humpff…homo-erotiek?
Beter dan lesbo-retoriek
Of pedo-filatelie
“Beiden halen we onze pik te voorschijn en pissen in twee kletterende bogen het hellinkje af…‘Daar…’, en hij gebaart met zijn kin en wijst tegelijkertijd met zijn lul en handen naar links, en zijn afnemende urinestraal zwiept als een geeldoorzichtige zweep erachteraan” Male bonding kuchkuck....homofoob…:-) Ah, de Beegees, dat waren geronhomofielen, heb ik mij laten vertellen. Of homogerontofielen, daar wil ik vanaf zien.
Goddomme, zit ik alwéér drie verschillende documenten tegelijk te bereiden op mijn rommelzolder die kantoor heet. Of kantoor in een zolder. Achtig. Morgenmiddag 15.00 uur als de fles het weekend inluidt en Agnes van het secretariaat met haar guitige snoet je naar het magazijn sleurt om nog even over haar flexibele inzet te praten. (Iets meer dan 20 dollar over de maand maart, die Google-Ads. Wellicht omdat er de eerste dag 20 keer op geklikt is, je weet het niet.)
Nemo, heb je een onverschrokken hekel aan de homosexueel ‘en generale’ ? Of geldt dat alleen voor geldgraaiende leernichten in cognackleurige jackies, zwart glimmend haar, designer shirts a 120 euri, handgefrabiceerde manchetknopen met initiaal, zegelring, jazzy schoeisel, een autopark, een afbetaalde villa in het groen ,een beachhouse somewhere abroad, een aandelenpakket zo dik als hun pik en lucht in hun hersenpan ?
Gisteren American Psycho gezien op televisie, over homo’s gesproken. Maar wel hele geile homo’s althans waar ik dan opgewonden van raak. Met drie man tegelijk ejaculerend brainwaven op een business card en dan zo hitsig worden dat je ervan gaat zweten. Dat is nog eens aan de oevers van de waanzin. Jammer dat ik de film maar voor de helft kon zien, jammer ook dat ik de film nooit eerder heb gezien en jammer dat mijn bestelling bij Amazon gecancelled werd omdat mijn dvd recorder geen US dvd’s haalt. Maar we houden vol. Wat je al niet moet doen om een beetje gekte in huis te halen. Gelukkig dat er Bicat is. Gekte elke dag.
Het boek is nochthans superieur
Noem mij een verfilming die beter dan boek is. Nummer 7 van Gerald Vanenburg valt af.
mooi
Ja, American Psycho. Het jaar dat het op de markt kwam kocht ik het. Na drie dagen rollen in het zweet der huiver ende admiratie voor die sociapathische lowlife – de gluiperd had een goldcard en daar kom je ver mee en veel blijft ongezien, onder de tafel gesmokkeld in de pathologische structuur van het amerikaanse zakenbestaan. Het is ‘over de top’ of ‘down the hill’, iets ertussen smaakt ze niet, reuze extreem. In alles. Geld, liefde, sex, fame, politics en haat. Domme, irrationele haat en jaloezie, afgunstig ,gefrustreerd volk. Ongelooflijk op de centen en eigenlijk is alles vlak en eerloos, nietswaardig en vuil als het geen stars & stripes draagt. Letterlijk en figuurlijk. Die Christian Bale is een lekker stuk… Als verdonk premier wordt is Nederland nog dommer Ja maar…samen pissen is toch geen homo-erotiek? De verfilming van de telefoongids, met Arnon Grunberg en Clarice van Houten in de hoofdrol, vond ik beter dan het boek. Hoewel ik de escortservice-advertenties miste. Maar mevrouw Van Houten maakt altijd veel goed, zo niet alles.
Ik vond Puk van de Petteflat anders ook verbazend goed getroffen, qua film. :: twijfelt tussen het plakken van een homo erotiserend plaatje, een gespietste schedel of Arnon Grunberg :: En deze dan? Van The Deerhunter vond ik het hert weer wel beter dan de film.
En deze dan: Gouden Gids The Musical. Is het al zover?
..” seksuele aberratie..”
het slijk der aarde |
Holle retoriek
"Aarsema, dan komen de tachtigerjaren puberale streeptinten van de
eerste kabeltv binnen op mijn kolkende oogbollen als de tube mayonaise
leeggeknepen in in een onderzoekende puberkringspier . Vage opgedroogde
veegklodderstrepen op de dikke zware afstandsbediening die het allang
niet meer doet. Bolle schermen versterken de aplastische rondingen.
Antennes nog met coax en zaad in een sok, geurend naar kamille gemengd
met nat speculaas.
Jong zijn is zo mooi…"
"Zit je achter het meest nieuwe en hipste technologische apparaat van deze eeuw, kom je op een stukje internet over columns schrijven. En dat is nu exact wat ik zocht! Soms zoek je iets, en kan je het niet vinden. Maar nu wel! Ik zoek iets om mijn Nederlandse woordenschat in te verwerken. En dan zoek je, en zoek je, en dan VIND je!
"Daarom is bicat een lichtje, een vuurtoren voor de verloren lopende dolenden.
"Schuimbekkend van woede las ik de met een danige onverschilligheid
geschreven colums betreffend de holocaust en Auschwitz. De flarden teksten
vol schrijffouten en loze beweringen, getuigen van weinig historisch besef
maar vooral een respectloze attitude jegens miljoenen slachtoffers. Vandaar
mijn bijdrage met het verzoek de richtlijnen als opgesteld in de bijlage te
respecteren en in acht te nemen.
"Diep geroerd, met geknepen stembanden, omvloerste oogleden, brandend maagzuur en kloppende roede (het is tenslotte 5
december) mocht ik uw fraaie stuk proza over mijn getroebleerde netvlies laten glijden...
De woorden vertalen zich moeiteloos in zielsetsende beelden.
Dank!"
"Geachte heer,
"Schitterend verwoord dat artikel over Clarence. Liep jaren met een missie, aan de voetballiefhebbers (niet de kenners) proberen uit te leggen dat Abe en Piet beter zijn dan het orakel uit betondorp. Was onbegonnen werk. Het klootjesvolk adoreert Ellen van Langen, Geesink en Rieu, en vinden mevrouw Blankers, Ruska en Roby lakatos maar niks, ze weten waarschijnlijk niet eens wie het zijn. Toen Keizer stopte heb ik jaren niet meer gekeken. Toen zag ik die Fin en een paar jaren later een Surinamer met een Nederlands paspoort (Had die Fin er ook maar een gehad). Ja en dan begint het heilige vuur weer te branden. Deze twee zijn tactisch en technisch het beste wat er op Nederlandse velden heeft rondgelopen (wat ik in mijn leven heb gezien). Keizer had niks met voetbal te maken, dat was ballet,kunst, en soms als het niet belangrijk was helemaal niks .En Abe ken ik van wat beelden, maar als je naar de verhalen over hem luistert hoef je de verteller maar in de ogen te kijken en herken je meteen de kenners uit die tijd."
"pedante snikkels, komen kut te kort. Webloggen is niet voor mietjes maar ook niet voor stoere geile binken, webloggen is namelijk een fenomeen, een spookbeeld voor blinden die zich vergapen aan de wijde wereld van het internet om zichzelf te ontmoeten, een monologue interieur te voeren en dan de echo terughoren, het internet dat een wonder is wat een dom irrationeel fenomeen is. Echt iets voor pedante snikkels en kale kutten die niet neuken maar wel in elkaars nek willen hijgen en tijd teveel hebben. Ik zou er helemaal niet aan beginnen en beroemd en rijk ben ik al, zegt het liefje. Ik heb de grootste en zij heeft de lekkerste en we verdoen de tijd liever in elkaar verstrengeld dan te vergooien op zo’n vervuilde weblogmarkt. Mot je alweer email beantwoorden enzo, in je vrije tijd, be je gek. Opzoute, stik dur maar in, Goossens, kijk maar uit dat ze niet vreemdgaan terwijl jij al die poen verdient, sneue wolf, ouwe rukker, voordat je het in de gaten hebt sta je een verschrikkelijk stinkend goedje op je scrotum te smeren terwijl je staat te huilen omdat je zo belazerd bent terwijl je het alleen maar goed bedoeld, voor ons allebei schatje, weetje, heerlijk met vakantie strax, saampjes, maar vanavond moet ik werken snappie, centjes verdienen mot pappie, kijk niet zo beteuterd, je wilt helemal niet naar de Lidl, je wilt daar nooit gezien worden zei je, nou dan. Nou tot strax dan, he ?"
"Bicat.net, dat is toch die achterlijke webstek voor rukkende, boerende en altijd bezopen kerels? Dat zielige pathetische zooitje ongeregeldheden dat uitgebraakte hersenkwak probeert te verkopen als prozadrek? Natte winden, dikke drollen, kleverige onduidelijkheden? Slurptrekkende draaigorgels, voorhuidjogging avant la lettre en berensgrote buikglijers?" (Jeremias Schubbenrug, in Nova, 4 oktober 2005) Reageerziekte
"Op een vrolijke dag toen ik aan mijn, voor al 11 jaar, allerbeste vriendin de liefde heb verklaard en binnen luttele seconden de meest euforische gevoelens door mijn ziel heen flitsten typte een verslag van school begon k te typen en dit kwam tevoorschijn op het samengeperste hoopje uitwerpselen wat ik beschouw als mijn laptop, want zoals velen het niet slecht zou doen als zij dit beseften is bezit enkel een illusie.
"Ik had het allemaal al wel eens meegemaakt en niets was mij te dol geweest: eonisme, vice anglais, flaggelatie, ja zelfs koprofagie. Ik was dan ook met graagte ingegaan op de omineus-priapische woorden en lubrieke blikken die "Ellen" tijdens ons gezamelijk consumeren eerder die avond op mij had gericht. Toen we, media nox, eenmaal in haar slaapkamer waren aangekomen, gaf zij steeds minder blijk van doorgaans aan haar toegeschreven mesquinerie. Integendeel,loodzwaar en onvermijdelijk hing het veile sneukelen in de lucht. Binnen no time was de vloer dan ook bezaaid met exuvieën en toonde zij mij haar zinnenprikkelende Junonische leest. Na intiem pidjetten en enige orogenitale schermutselingen (waarbij brod noch javelijn werd ontzien),sloegen wij serieus aan het procreëren. Cunnus en Curacaoënaar leken
welhaast voor elkaar geschapen. Hoewel haar defloratie al enige tijd terug had plaatsgevonden, pandoerden wij als nooit tevoren, daarmee verschillende tenesmen bewerkstelligend. Het is maar goed dat haar echtgenoot van deze sluikmin nooit wat heeft gemerkt..."
"Schrijf eens over vrouwen en hun plek of plaats in de allesverterende zakenoorlogen.
Want als er stereotype mannen met diep verborgen schaamtegevoelens over hun potentie problemen en erectiestoornis (taboe naturlijk) dan is dat manifest in hun 'vlucht vooruit' in de freudiaanse wapencultuur. Elke geweerloop, elke zwaardere tank is een gestileerd erectiel apparaat vol dodelijke munitie opgepomnt met miljoenen kogels in een spurt naar het doel wat als lustsymboliek een 'lilith' in een duizelige extase zou moeten brengen want zo 'is de kracht van het leger'. Stoere mannen die eerst de vrouwen opgeilen, dan met hun duwtje in de rug erop los gaan om 'de vijand te onthoofden'. Ik als watje moet altijd vreselijk lachen om die serieuze gezichten die de mannen politici en militairen bij hun gepiep, gezeur en gezeik en hun broodnodige verklaringen trekken.
"Is er iemand in de zaal die nog wil doneren aan een zielige arme homosexueuele neger met een onbeschrijflijke ziekte zwaargelovig te dom om te leren of te schijten die bovendien een oog mist en denkt dat de duivel soep in een blik stopt want hoe komt het er anders in en tegelijkertijd vreselijk gebukt gaat onder de laatste Tsunami of de vrees daarvoor want zijn geitenoog gaf vanmorgen onheil aan? Of anderszins zijn hypocriete tot op het bot zwarte geweten schoon wil kopen voor een luchtig schijntje of nóg liever zichzelf onsterfelijk wil maken over het lijk van een ander? Nee? Eénmaal? Andermaal? OK, dan ben ik ook pleite en met Marnix mee naar dat gruwelijk dure restaurant. Bovendien is het al na zessen en sta ik in de baas z'n tijd de wereld te redden en zo heb de cao dat nooit bedoeld. Howdoe en de mazzel. "
"De liefde is groots, ze breekt zonder haar gebit te gebruiken door elke granieten kop heen, verzwakt de wil en maakt elke stoere kerel tot een week omhulsel, een schaduw van zichzelf, een brabbelend luierkind, elke vent verandert van binnenuit en geweldloos door haar rijke zegeningen. Je krijgt een rijpe korstkaas als huid en een hart van vloeibaar goud. Verpletterend is ze en zij, de liefde, de warme zomerse, niet de winterharde en verbitterde tak dus, zit nog steeds vol met geheimen waar niemand de sleutel van kan vinden. Mysterieus is ze, als de ondergrondse geheimzinnige dictatuur van wereldwijde, alomvattende bekabeling waarlangs dagelijks kilometers gecodeerde data tussen de continenten flitsen. De liefde is een tectonishe plaat die schuurt en krast en gangen boort voor lavastromen van vleselijkheid en voedzame sappen die op geen enkele dieet mag ontbreken. Daarom is ze schaars.
Tot slot..we heben allemaal een gat van onderen, onthou dat. "
"Thanks!
Voor de eerlijke en ijskoude bieren vooraf om de ergste dorst te lessen na een lange en vermoeiende reis. En de Champage daarna in gelukkig niet van die zuinige hoeveelheden maar gewoon ruim bemeten pullen.
Dank ook voor de wonderschone oester die in zijn natuurlijke habitat beschermd en koel lag te wezen toegedekt met een warme dekentje bosui-liefde en een tikje Tabasco-ondeugd onder die deken.
Dank voor de kleinste en schattigste St. Jacobsoesters die ik proefde in Balsamicostroop. Eerbied voor de kort aangebrade en met ontbijtkoek gestoofde kwartel. Ik proefde een tint Orange Marmalade hoewel je zei dat het er niet in zat. Ik hou het erop dat de chefkok zijn geheimen heeft en, hoe hooggeëerd zijn publiek ook mag zijn, ál zijn details zullen ze nooit te horen krijgen.
Met liefde deed ik mijn sommeliertaken en het ‘kut-sommelier’ omdat ik de glazen niet tot de nok vulde, neem ik op de koop toe.
Onder de indruk was ik van je tzatziki met shrimp en rode grapefruit. Zoet en zuur zoals Bitter & Sweet zoals het leven zelf zoals harmonie zo mooi kan zijn.
Ook onder de indruk was ik van je zeewolf met tomatenchutney. Een rode knipoog op een licht in de boter aangezet visje zoals de boter bij de vis behoort te zijn.
Je bewees jezelf door met het produkt mee te koken en de zeeduivel vochtig te houden en over te laten lopen in het bedje van zuurkool omrand door koele en volle crême fraiche en slechts gestopt door mosterd. Het zal mijn gebrek aan woordenschat zijn geweest deze poëtische beleving van samenstelling aan mijn disgenoot heer Visser uit te leggen, aan de wijn waarin het beestje zwom heeft het niet gelegen.
Emotioneel werd ik bij het aangezicht van mijn vrouw in jouw open keuken, verliefd op de chefkok die zijn konijntje aan de haak had geslagen. Uit het konijnengezin weggetrokken, de zuigelingen achtergelaten en deskundig ontdaan van fluffy flaporen en prachtig gevild en daarna één minuutje aangebraden in de volle boter. Ach, je zei het nog, ‘nog even in de oven en gekeken hoe lang’ in antwoord op de vraag hóe lang dan, zoals Sebastiaan Bach ook vindt dat de piano zichzelf speelt. U zij geprezen met bijzondere gaven, maar het zal mijn eenvoudige ziel zijn die het zo ziet.
De ingekookte fond een tikje gezoet nog niet eens meegerekend evenals de witte bonen-truffelpuree en rode kool met vijgen die in een restaurant van naam de kaart had kunnen aanvoeren.
Jammer dat je er niet bij was met de kaas. Het zal de tol van de roem zijn geweest of de spanning van het koken op zulk een hoog nivo. Het siert de man die ook gewoon maar een mens van Vleesch & Bloed is gebleven. Het was uit de kunst hoe wij genoten van een walnoot uit Frankrijk gekraakt op de wals van braakgeluiden die wij van boven hoorden komen. Waarschijnlijk was je druk doende in de homard-naire.
Het dessert ben ik kwijt evenals het betoog dat ik hield, maar dat was ik toen al kwijt. Het betoog hou je van mij tegoed. Ik zal het je vertellen als ik de liefde verklaar aan mijn vrouw zoals jij gisteren de keuken in het algemeen en ons in het bijzonder de liefde verklaarde. "
"Ach, heer bicat, nu we het over eten en drinken hebben. Ik kan u te allen tijde aanraden, maar toch vooral in de herfst, van de ganzenlever te proeven. Zoekt u daarbij een zo eenvoudig mogelijk bewerkte ganzenlever, dus geen paté, niets met geconfijte uien of anderszins toevoegingen.
U wilt ganzenlever proeven die met de hand is schoongemaakt door een oud boerenvrouwtje die hooguit peper, zout en wat cognac toevoegde en daarna op 70 graden in de oven met de deur op een kier de lever zachtjes liet warm worden. Niet smelten, want dan scheidt het vet van de lever en bent u uw produkt kwijt. Nee, u wilt de lever verwarmen zodat lever, peprer, zout en cognac een geheel gaan vormen. Dat wat u wilt proeven is de waarheid en niets anders dan de waarheid.
Slaat u overigens wel in grote hoeveelheden in, niets zo erg als aan het einde te moeten constateren dat u nog wel wat had gelust. Nee, met veel dingen is het zo dat we nèt even meer moeten eten dan ons lief is. Nèt dat decadente punt van overdaad aantikken.
Schenkt u daarbij een Gewürztraminer en bij voorkeur hoe ouder hoe beter en liever nog een Grand Cru dan een gewone. Maar als u dan toch uit wilt pakken dan komt u niet heen om de Tokay Pinot Gris.
"Of die klassieke Suske & Wiske (het was nummer 78 als ik het goed heb): De Kakkende Kakkerlakken, die aflevering waarin Tante Sidonia in haar keuken te maken heeft met een steeds groter wordende populatie kakkerlakken, die voortdurend alles onderschijten, niet in de laatste plaats de biefstuk met friet die Tante speciaal voor Lambik had gebakken, tot grote woede van onze favoriete zeshaarder, die gelijk een spuitbus pakt en erop los begint te spuiten, dit tot groot enthousiasme van zowel Suske als Wiske, die duchtig beginnen mee te spuiten (we hebben het hier duidelijk over de periode waarin Suske en Wiske nog net zo milieubewust waren als George W. Bush die zijn privejet vanuit Kyoto liet terugvliegen naar zijn range in Texas omdat ie z'n favoriete cowboy-hoed was vergeten), maar in de spuitbus van Lambik blijkt een goedje te zitten dat er voor zorgt dat de kakkerlakken de volgende dag het formaat van een jong paard hebben (professor Barabas had een lege spuitbus gebruikt om zijn nieuwe groei-middel te testen en vergeetachtig als hij was, had hij het bij Tanta Sidonia laten liggen, puur uit teleustelling, want ook na gebruik van het groeimiddel had Tante Sidonia de professor uitgelachen toen hij zijn broek naar beneden deed), afijn, nu de kakkerlakken gegroeid zijn, schijten ze nog harder met als gevolg dat tante Sidonia, Lambik, Suske en Wiske hun huis worden uitgescheten, waarna ze Jerommeke erbij halen, wiens enige bijdrage een ENORME scheet is, gelukkig komt professor Barabas eraan met een grote smile op z'n mombakkes en een nog grotere bobbel in de broek die, zo zal even later blijken, amper in staat is de steeds groter wordende penis van Barabas te verhullen met als gevolg dat Tante Sidonia, gek van geilheid, zich op professor Barabas stort die vrijwel onmiddellijk klaarkomt en bovenop een van de reuzekakkerlakken kwakt die dan weer vrijwel onmiddelijk in elkaar krimpt en in het niets oplost, waarna ook Lambik en Suske en Jerommeke hun apparaat bewerken met het groeimiddel, zodat ze de volgende dag, onder de stimulerende leiding van Tante Sidonia en Wiske, de kakkerlakken dood masturberen. Knipoog Wiske. Einde."
"De vergelijking ‘vleesetend’ en ‘vrouw’ is een natte wensdroom. Het is veelbetekende symboliek dat er aan vegetarische mutaties man/vrouw/ hermafrodiet wordt gewerkt door de wetenschappelijke elite. Weten zij soms meer? Staat ons Armageddon te wachten ? De finale segregratie, het schisma van de sexen en de ondergang van hun zondige sexueel verkeer als geheime wapen om de wereldbevolking eindelijk zonder oorlogen te kunnen reguleren ? Reincarneren in een plantaardig bestaan in een potje aarde van robotformaties die miljoenen grijze racks van vruchtdragende en geurige planten produceren onder uiterst secure en berekende condities , zonder vrij zon of maanlicht, zonder zicht of gehoor, zonder tastzin, zonder geluid van wind en zee." Zelfbeschouwing
"Een man van middelbare leeftijd, beet je te dik, beetje te morsig. Baardje of sik wellicht. En witte schilfertjes sieren zijn gelaat. Hij rookt en hij drinkt, maar in tegenstelling tot wat hij ons graag wil doen geloven, niet teveel. Hij is een ambtenaar, schaaltje 9. verder een liefhebbende vader die zijn frustratie over het uitblijvende en waarschijnlijk nooit meer komende grootse leven heeft verruild voor een soort van komisch cynisme. Hij neemt het niemand kwalijk behalve misschien soms zichzelf, maar dan alleen na een Westmalle Tripel te veel. Hartstochtelijk supporter van NAC of een andere club ten zuiden van de grote rivieren, want dat hij een Brabander is moet haast wel. Zo stel ik mij Kiers voor, maar wellicht is het wel gewoon die homofiele Indo die bij Serudang de lege borden ophaalt..who knows.."
"Het is vast een meteroloog, een weermenneke met een gesmoorde sexualiteit, eentje met een enorm taboe. Een vrijgezelle biologieleraar met verlatingsangst kan ook. Zo'n eenzaam type die nog steeds bij zijn moeder woont en al jaren lesgeeft in het basisonderwijs. Zo'n anonieme 13 inhetdozijnman die spaarzaam leeft, de piepers schilt en de afwas doet, zo eentje die op de middagwandeling met het hondje van moeders vanachter de krant bij een speeltuin of in het park naar stoeiende of voetballende jochies kijkt en de pijn verzwijgt. Een masochist die het taboe koestert.
"Ach ja, leuk, schrijvers. |