Navigatie de voorplecht Dankbaar Uitgelogd
Huishoudelijk
5 oktober 2005 |
Woensdag, 8 Maart 2006
Het miezerde zachtjes. Ik stond naast de weduwe die onophoudelijk een witte zakdoek tegen haar ogen hield. Huilend zijn vrouwen op hun mooist, zolang de hysterie maar niet zijn lachwekkende kop opsteekt. Eigenlijk zou ik mijn arm om haar schouders willen leggen. Helaas schuw ik de lichamelijkheid, zeker als er emoties in het spel zijn. Voor je het weet, hangen ze luid jankend tegen je borst aan. En dan zou je de mensen moeten zien kijken. De precieze relatie die wij met elkaar hadden, mag dan in wezen helder zijn, maar mensen hebben een levendige verbeelding. En geven daar graag blijk van als ze samen zijn. Alfred was mijn beste vriend, voor zover ik in staat ben vrienden te hebben. En Sira, ach Sira... Ze is altijd één groot geheim voor ons gebleven. A mystery, wrapped inside a riddle, wrapped inside an enigma, zoals Alfred altijd zei. En zo zag ik dat ook, hoewel ik 'm dat nooit heb gezegd. Ik sprak dan ook zelden. Waarom mensen zoveel met elkaar praten, heb ik nooit begrepen. De meesten willen toch alleen maar zichzelf horen, net zoals hun gesprekspartners dat willen. De dag dat Alfred me kwam vertellen hoe hij Sira voor het eerst had ontmoet, kan ik me nog goed herinneren. Een mens kan veel onthouden wanneer hij weinig praat. Of dat nu een goede zaak is of niet, wil ik in het midden laten. Ik had die dag een hond zien aangereden worden. De automobilist kon er niets aan doen, maar zelden zag ik een volwassen man zo wanhopig. De hond bloedde hevig uit een buikwond, waartegen de man zijn T-shirt gedrukt hield om te voorkomen dat de hond z'n ingewanden eruit zou hijgen – of tenminste, zo kwam het op me over. De hond keek 'm aan met zo'n eeuwig hijgende hondenlach. De man schreeuwde om een dierenambulance. Ondanks alles vroeg ik me toen af of men op een hondenshow zou schreeuwen of er een dierenarts in de zaal was wanneer een prijspoedel aan een hartaanval dreigde te bezwijken. Een paar dagen later zag ik de hond weer terug met een grote zwachtel om zijn buik. Kennelijk was hij goed dichtgenaaid. Hij probeerde zijn zwachtel schoon te likken. M'n mobieltje ging af. Dat zal je altijd zien. Nooit word ik gebeld, ik wil ook helemaal niet gebeld worden, zoals je kan verwachten van iemand die niet graag praat. Zo'n twee jaar geleden had ik dit mobieltje van Alfred gekregen. Hij moest me altijd kunnen bereiken, ook al zat ik om vier uur 's nachts in het bubbelbad van Yab Yum, zei hij me bij de overhandiging van het geschenk. Alfred en Sira waren de enigen die me wel eens op m'n mobieltje belden. Meestal zat ik dan thuis, op het toilet. Maar nu niet. Nu stond ik op de begrafenis van mijn beste vriend. En Sira stond naast me en Alfred lag in de kist, voor zover ik daar zicht op had. Ik zette het mobieltje haastig uit terwijl ik naar de grond bleef kijken. Ik wist zo ook wel dat ik nu aangestaard werd door het gros van de aanwezigen. Moe van mijn eigen spiegelbeeld had ik net mijn badkamerspiegel omgedraaid toen Alfred aanbelde. Hij liep rechtstreeks naar m'n koelkast, opende een flesje bier met z'n aansteker en sloeg het in dertig seconden achterover. Hij pakte nog een biertje, bood mij er een aan en ging op m'n bank zitten, de armen gespreid over mijn rugleuning. Naar mijn plafond starend, begon hij over zijn ontmoeting met Sira te praten. Dat hij rustig aan een ijsje zat te likken en het standbeeld van Joost van den Vondel aan het bestuderen was toen zij ineens voor hem stond, zijn ijsje afpakte en het langzaam in haar mond stak, zonder haar ogen van de zijne af te houden. Vermoedelijk heeft Alfred die avond vier uur lang over haar zitten praten, zonder dat ik één woord heb teruggezegd. Alfred praatte wèl graag. Gelukkig kon hij goed vertellen. Twee dagen later ontmoette ik haar ook. Ze had een Lolita-zonnebril en een paars hoedje op zonder dat het belachelijk stond. Ik vond dat iets ongelooflijks. Eraan terugdenkend, moet ik toegeven dat ik vanaf het eerste moment straalverliefd op haar was. Niet dat ik daar ook maar iets van liet blijken, maar ze had het natuurlijk wel door. Een beetje vrouw heeft alles door. En zij was heel veel vrouw. De kist begon langzaam in de grond te zakken. Een man met een hele hoge stem begon te zingen. Ergens kwam het lied me bekend voor, maar het lukte me niet om het te plaatsen. Sira was opgehouden met huilen, ze glimlachte en wuifde met haar zakdoek naar de kist. Toen de kist gezakt was, gooide ik, na Sira, een handje zand in het graf. Ik weet een dergelijk begrafenisritueel wel op waarde te schatten. 'Het ga je goed', mompelde ik, geheel in de stijl van het moment. Twee weken na mijn eerste kennismaking met Sira, stond ze ineens voor me en liet ze haar zomerjurkje zakken. Het was bij mij thuis. We hadden met z'n drieën wat gegeten en erg veel rosé gedronken. Miles Davis toeterde 'Summertime'. Alfred was op mijn bank al begonnen aan het uitslapen van zijn roes. 'Doe met me wat je wilt', zei ze tegen me. Maar ik deed niet met haar wat ik wilde. Ik streelde haar blonde haren. Ik snoof de geur van haar nek op. En heel even streelde ik haar borsten. Maar meer kon ik niet, verlamd door de aanwezigheid van de persoon die wij op het punt stonden te bedriegen en die ik mijn beste vriend noemde. Ze glimlachte naar me en ik meende vochtigheid in haar ogen te zien. Ik had besloten om de cake en koffie over te slaan en geen condoleances in ontvangst te nemen. Hoewel ik, zoals bekend, begrafenisrituelen meestal wel op waarde weet te schatten, leek het me beter hierbij verstek te laten gaan. Mensen voelen zich al niet zo op hun gemak in dergelijke situaties, mijn zwijgende aanwezigheid zou hen alleen maar nerveuzer maken. En dat wilde ik niet op mijn geweten hebben. Bovendien, Sira kon het wel alleen aan. Zij wist hoe ze moest rouwen. Toen ze mij zes jaar geleden in gelukzaligheid vertelden dat ze gingen trouwen, stierf er een stukje van me. Maar ik bleef van ze houden. Zij waren zo ongeveer de enigen tegen wie ik nog wel eens over mezelf praatte. Ik keek toe hoe de grafdelver in een rustig tempo het stoffelijk overschot van mijn beste vriend met aarde bedekte. Al sinds de eerste keer dat ik hem zag, had Alfred me verzekerd jong te zullen sterven. 'Mijn ziel is te groot', zei hij altijd. 'Als ik ouder dan vijfendertig word, moet elke extra dag als een wanhoopsdaad van God gezien worden om te bewijzen dat er niks fout is met zijn schepping. Maar zo ver zal ik het niet laten komen. De dag dat ik vijfendertig ben geworden, zal ik in de Waal springen. Gewoon om m'n gelijk te halen.' Het heeft niet zo ver hoeven komen. Op zijn tweeëndertigste werd een bloedpropje in zijn hersens hem fataal. Die dingen gebeuren. Sira vond hem met zijn neus in een bakje yoghurt. De lepel in zijn rechterhand was nog schoon. Ik stak een sigaret op en besloot even te controleren of er iemand op m'n voicemail stond. U heeft... één... nieuw bericht, zei de stem. Ik luisterde, maar hoorde twintig seconden lang niks anders dan een zwak geruis. Waarom weet ik niet, maar nadat ik het bericht beluisterd had, vroeg ik de grafdelver zijn schop en begon ik het graf zelf dicht te gooien.
door Max J. Molovich Zeer mooie en aangrijpende vertelling, heer Molovich. Is het daarna dan nog wat geworden met dat mokkel toen de persoon die u eerder op het punt stond van te bedriegen, met aarde was overdekt? Ik had hier graag een zacht erotisch einde aan gebreid gezien, met name.
Heerlijk, meeslepend,boeiend,duidelijk,goed te volgen met een grote spanningsboog. Goed opgebouwt van begin tot het einde. Ik krijg spontaan goesting in een begrafenis. En in een avondje zwijgen met Max. Vast een Duitser!
“De lepel in zijn rechterhand was nog schoon.” maakt mijn dag helemaal goed. Gooi het eruit!!(op een scherpe academische,literaire wijze) doe ik ook! ‘niet eens een tranendal’. Daarom draag ik ook altijd meerdere wegwerpaanstekers bij me.
Ja. En ik een ongeboren kalf. Heremetijden 8 maart, zo laat alweer? Is er naast knokkelkoorts en vogelgriep ook al oranjekoorts gesignaleerd?
Nee. Wel narcolepsie. Dat is een zzzzzzzzzzzz zz z
Hééé Marnix! Ik bied EUR 4,31 voor het zwoegende nijlpaard op de trilplaat. Wil je d’r wel bij mij thuis afleveren en beloof je dat ik alles met haar mag doen? Ik heb een doos platjes waar ik al tijden niets mee doe. Vijftig Euro als je d’r van die plaat af krijgt. Drie weken geleden was het nog een hardbody.
Misschien moet je ‘m eens poetsen, die plaat. Glijdt ze er vanzelf af.
Hetgeen wat mij toch zeer stellig bezig houdt is wat er op die voicemail stond. Was het Alfred die zijn dood in scene had gezet omdat hij achter de overspelige gedachten van zijn beste vriend was gekomen en zich nu ongezien kon wreken en daarna een nieuw bestaan opbouwen om op zijn vijfendertigste heel anoniem alsnog in de Waal te springen? Het is slechts een suggestie natuurlijk maar ik ben zeer nieuwsgierig geworden.. “Ik stak een sigaret op en besloot even te controleren of er iemand op m’n voicemail stond. U heeft… één… nieuw bericht, zei de stem. Ik luisterde, maar hoorde twintig seconden lang niks anders dan een zwak geruis.” Daar kon ik vroeger uren naar kijken. Meestal sliep ik dan wel met een leeg glas whiskey op de borst. Maar op de één of andere manier heb ik er toch goeie herinneringen aan.
Heel fijn, heer Molovich. toevalligerwijze heb ik va nde week een verwant iets getypt. nu, lees morgen maar.
Ik kan lezer heer Molovich. U schrijft hierna: Waarom weet ik niet, maar nadat ik het bericht beluisterd had, vroeg ik de grafdelver zijn schop en begon ik het graf zelf dicht te gooien. Doden zijn meestal niet veel van zeg Bernard. Ha! Schitterend. Las ik er toch bijna overheen, meneer Nemo.
Kijk, dat geruis kan, ik zeg met nadruk kan, het ondeugende geluid van een stiekum scheetje uit de naar aandacht hunkerende onderbuik van de ronde stoot Sira geweest zijn. Dat zou de haast waarmee de beste vriend onder de immer genadige want composterende aarde geschoffeld werd enigszins verklaren. Met zo’n vooruizicht is het minder pijnlijk afscheid te nemen. Hoe eerder men korte metten maakt met de dood, hoe eerder de handen en overige ledematen vrijgemaakt worden van de rouwplicht. Die dan weer gebruikt kunen worden in zaken die er wel toe doen.
zucht Kunstemakers, ook altijd prettig.
Zo, nu nog een drietal uurtjes zoeken naar tekenen van buitenaards leven in kosmische ruis en dan weer hup het bedje in.
Het laatste woord zoals een schrijver betaamt..
Wie denk je dat ik laatst zag, bij het tankstation? Elvis. Ik zweer het. Het was hem.
Had ie die hangsnor nog?
het slijk der aarde |
Holle retoriek
"Aarsema, dan komen de tachtigerjaren puberale streeptinten van de
eerste kabeltv binnen op mijn kolkende oogbollen als de tube mayonaise
leeggeknepen in in een onderzoekende puberkringspier . Vage opgedroogde
veegklodderstrepen op de dikke zware afstandsbediening die het allang
niet meer doet. Bolle schermen versterken de aplastische rondingen.
Antennes nog met coax en zaad in een sok, geurend naar kamille gemengd
met nat speculaas.
Jong zijn is zo mooi…"
"Zit je achter het meest nieuwe en hipste technologische apparaat van deze eeuw, kom je op een stukje internet over columns schrijven. En dat is nu exact wat ik zocht! Soms zoek je iets, en kan je het niet vinden. Maar nu wel! Ik zoek iets om mijn Nederlandse woordenschat in te verwerken. En dan zoek je, en zoek je, en dan VIND je!
"Daarom is bicat een lichtje, een vuurtoren voor de verloren lopende dolenden.
"Schuimbekkend van woede las ik de met een danige onverschilligheid
geschreven colums betreffend de holocaust en Auschwitz. De flarden teksten
vol schrijffouten en loze beweringen, getuigen van weinig historisch besef
maar vooral een respectloze attitude jegens miljoenen slachtoffers. Vandaar
mijn bijdrage met het verzoek de richtlijnen als opgesteld in de bijlage te
respecteren en in acht te nemen.
"Diep geroerd, met geknepen stembanden, omvloerste oogleden, brandend maagzuur en kloppende roede (het is tenslotte 5
december) mocht ik uw fraaie stuk proza over mijn getroebleerde netvlies laten glijden...
De woorden vertalen zich moeiteloos in zielsetsende beelden.
Dank!"
"Geachte heer,
"Schitterend verwoord dat artikel over Clarence. Liep jaren met een missie, aan de voetballiefhebbers (niet de kenners) proberen uit te leggen dat Abe en Piet beter zijn dan het orakel uit betondorp. Was onbegonnen werk. Het klootjesvolk adoreert Ellen van Langen, Geesink en Rieu, en vinden mevrouw Blankers, Ruska en Roby lakatos maar niks, ze weten waarschijnlijk niet eens wie het zijn. Toen Keizer stopte heb ik jaren niet meer gekeken. Toen zag ik die Fin en een paar jaren later een Surinamer met een Nederlands paspoort (Had die Fin er ook maar een gehad). Ja en dan begint het heilige vuur weer te branden. Deze twee zijn tactisch en technisch het beste wat er op Nederlandse velden heeft rondgelopen (wat ik in mijn leven heb gezien). Keizer had niks met voetbal te maken, dat was ballet,kunst, en soms als het niet belangrijk was helemaal niks .En Abe ken ik van wat beelden, maar als je naar de verhalen over hem luistert hoef je de verteller maar in de ogen te kijken en herken je meteen de kenners uit die tijd."
"pedante snikkels, komen kut te kort. Webloggen is niet voor mietjes maar ook niet voor stoere geile binken, webloggen is namelijk een fenomeen, een spookbeeld voor blinden die zich vergapen aan de wijde wereld van het internet om zichzelf te ontmoeten, een monologue interieur te voeren en dan de echo terughoren, het internet dat een wonder is wat een dom irrationeel fenomeen is. Echt iets voor pedante snikkels en kale kutten die niet neuken maar wel in elkaars nek willen hijgen en tijd teveel hebben. Ik zou er helemaal niet aan beginnen en beroemd en rijk ben ik al, zegt het liefje. Ik heb de grootste en zij heeft de lekkerste en we verdoen de tijd liever in elkaar verstrengeld dan te vergooien op zo’n vervuilde weblogmarkt. Mot je alweer email beantwoorden enzo, in je vrije tijd, be je gek. Opzoute, stik dur maar in, Goossens, kijk maar uit dat ze niet vreemdgaan terwijl jij al die poen verdient, sneue wolf, ouwe rukker, voordat je het in de gaten hebt sta je een verschrikkelijk stinkend goedje op je scrotum te smeren terwijl je staat te huilen omdat je zo belazerd bent terwijl je het alleen maar goed bedoeld, voor ons allebei schatje, weetje, heerlijk met vakantie strax, saampjes, maar vanavond moet ik werken snappie, centjes verdienen mot pappie, kijk niet zo beteuterd, je wilt helemal niet naar de Lidl, je wilt daar nooit gezien worden zei je, nou dan. Nou tot strax dan, he ?"
"Bicat.net, dat is toch die achterlijke webstek voor rukkende, boerende en altijd bezopen kerels? Dat zielige pathetische zooitje ongeregeldheden dat uitgebraakte hersenkwak probeert te verkopen als prozadrek? Natte winden, dikke drollen, kleverige onduidelijkheden? Slurptrekkende draaigorgels, voorhuidjogging avant la lettre en berensgrote buikglijers?" (Jeremias Schubbenrug, in Nova, 4 oktober 2005) Reageerziekte
"Op een vrolijke dag toen ik aan mijn, voor al 11 jaar, allerbeste vriendin de liefde heb verklaard en binnen luttele seconden de meest euforische gevoelens door mijn ziel heen flitsten typte een verslag van school begon k te typen en dit kwam tevoorschijn op het samengeperste hoopje uitwerpselen wat ik beschouw als mijn laptop, want zoals velen het niet slecht zou doen als zij dit beseften is bezit enkel een illusie.
"Ik had het allemaal al wel eens meegemaakt en niets was mij te dol geweest: eonisme, vice anglais, flaggelatie, ja zelfs koprofagie. Ik was dan ook met graagte ingegaan op de omineus-priapische woorden en lubrieke blikken die "Ellen" tijdens ons gezamelijk consumeren eerder die avond op mij had gericht. Toen we, media nox, eenmaal in haar slaapkamer waren aangekomen, gaf zij steeds minder blijk van doorgaans aan haar toegeschreven mesquinerie. Integendeel,loodzwaar en onvermijdelijk hing het veile sneukelen in de lucht. Binnen no time was de vloer dan ook bezaaid met exuvieën en toonde zij mij haar zinnenprikkelende Junonische leest. Na intiem pidjetten en enige orogenitale schermutselingen (waarbij brod noch javelijn werd ontzien),sloegen wij serieus aan het procreëren. Cunnus en Curacaoënaar leken
welhaast voor elkaar geschapen. Hoewel haar defloratie al enige tijd terug had plaatsgevonden, pandoerden wij als nooit tevoren, daarmee verschillende tenesmen bewerkstelligend. Het is maar goed dat haar echtgenoot van deze sluikmin nooit wat heeft gemerkt..."
"Schrijf eens over vrouwen en hun plek of plaats in de allesverterende zakenoorlogen.
Want als er stereotype mannen met diep verborgen schaamtegevoelens over hun potentie problemen en erectiestoornis (taboe naturlijk) dan is dat manifest in hun 'vlucht vooruit' in de freudiaanse wapencultuur. Elke geweerloop, elke zwaardere tank is een gestileerd erectiel apparaat vol dodelijke munitie opgepomnt met miljoenen kogels in een spurt naar het doel wat als lustsymboliek een 'lilith' in een duizelige extase zou moeten brengen want zo 'is de kracht van het leger'. Stoere mannen die eerst de vrouwen opgeilen, dan met hun duwtje in de rug erop los gaan om 'de vijand te onthoofden'. Ik als watje moet altijd vreselijk lachen om die serieuze gezichten die de mannen politici en militairen bij hun gepiep, gezeur en gezeik en hun broodnodige verklaringen trekken.
"Is er iemand in de zaal die nog wil doneren aan een zielige arme homosexueuele neger met een onbeschrijflijke ziekte zwaargelovig te dom om te leren of te schijten die bovendien een oog mist en denkt dat de duivel soep in een blik stopt want hoe komt het er anders in en tegelijkertijd vreselijk gebukt gaat onder de laatste Tsunami of de vrees daarvoor want zijn geitenoog gaf vanmorgen onheil aan? Of anderszins zijn hypocriete tot op het bot zwarte geweten schoon wil kopen voor een luchtig schijntje of nóg liever zichzelf onsterfelijk wil maken over het lijk van een ander? Nee? Eénmaal? Andermaal? OK, dan ben ik ook pleite en met Marnix mee naar dat gruwelijk dure restaurant. Bovendien is het al na zessen en sta ik in de baas z'n tijd de wereld te redden en zo heb de cao dat nooit bedoeld. Howdoe en de mazzel. "
"De liefde is groots, ze breekt zonder haar gebit te gebruiken door elke granieten kop heen, verzwakt de wil en maakt elke stoere kerel tot een week omhulsel, een schaduw van zichzelf, een brabbelend luierkind, elke vent verandert van binnenuit en geweldloos door haar rijke zegeningen. Je krijgt een rijpe korstkaas als huid en een hart van vloeibaar goud. Verpletterend is ze en zij, de liefde, de warme zomerse, niet de winterharde en verbitterde tak dus, zit nog steeds vol met geheimen waar niemand de sleutel van kan vinden. Mysterieus is ze, als de ondergrondse geheimzinnige dictatuur van wereldwijde, alomvattende bekabeling waarlangs dagelijks kilometers gecodeerde data tussen de continenten flitsen. De liefde is een tectonishe plaat die schuurt en krast en gangen boort voor lavastromen van vleselijkheid en voedzame sappen die op geen enkele dieet mag ontbreken. Daarom is ze schaars.
Tot slot..we heben allemaal een gat van onderen, onthou dat. "
"Thanks!
Voor de eerlijke en ijskoude bieren vooraf om de ergste dorst te lessen na een lange en vermoeiende reis. En de Champage daarna in gelukkig niet van die zuinige hoeveelheden maar gewoon ruim bemeten pullen.
Dank ook voor de wonderschone oester die in zijn natuurlijke habitat beschermd en koel lag te wezen toegedekt met een warme dekentje bosui-liefde en een tikje Tabasco-ondeugd onder die deken.
Dank voor de kleinste en schattigste St. Jacobsoesters die ik proefde in Balsamicostroop. Eerbied voor de kort aangebrade en met ontbijtkoek gestoofde kwartel. Ik proefde een tint Orange Marmalade hoewel je zei dat het er niet in zat. Ik hou het erop dat de chefkok zijn geheimen heeft en, hoe hooggeëerd zijn publiek ook mag zijn, ál zijn details zullen ze nooit te horen krijgen.
Met liefde deed ik mijn sommeliertaken en het ‘kut-sommelier’ omdat ik de glazen niet tot de nok vulde, neem ik op de koop toe.
Onder de indruk was ik van je tzatziki met shrimp en rode grapefruit. Zoet en zuur zoals Bitter & Sweet zoals het leven zelf zoals harmonie zo mooi kan zijn.
Ook onder de indruk was ik van je zeewolf met tomatenchutney. Een rode knipoog op een licht in de boter aangezet visje zoals de boter bij de vis behoort te zijn.
Je bewees jezelf door met het produkt mee te koken en de zeeduivel vochtig te houden en over te laten lopen in het bedje van zuurkool omrand door koele en volle crême fraiche en slechts gestopt door mosterd. Het zal mijn gebrek aan woordenschat zijn geweest deze poëtische beleving van samenstelling aan mijn disgenoot heer Visser uit te leggen, aan de wijn waarin het beestje zwom heeft het niet gelegen.
Emotioneel werd ik bij het aangezicht van mijn vrouw in jouw open keuken, verliefd op de chefkok die zijn konijntje aan de haak had geslagen. Uit het konijnengezin weggetrokken, de zuigelingen achtergelaten en deskundig ontdaan van fluffy flaporen en prachtig gevild en daarna één minuutje aangebraden in de volle boter. Ach, je zei het nog, ‘nog even in de oven en gekeken hoe lang’ in antwoord op de vraag hóe lang dan, zoals Sebastiaan Bach ook vindt dat de piano zichzelf speelt. U zij geprezen met bijzondere gaven, maar het zal mijn eenvoudige ziel zijn die het zo ziet.
De ingekookte fond een tikje gezoet nog niet eens meegerekend evenals de witte bonen-truffelpuree en rode kool met vijgen die in een restaurant van naam de kaart had kunnen aanvoeren.
Jammer dat je er niet bij was met de kaas. Het zal de tol van de roem zijn geweest of de spanning van het koken op zulk een hoog nivo. Het siert de man die ook gewoon maar een mens van Vleesch & Bloed is gebleven. Het was uit de kunst hoe wij genoten van een walnoot uit Frankrijk gekraakt op de wals van braakgeluiden die wij van boven hoorden komen. Waarschijnlijk was je druk doende in de homard-naire.
Het dessert ben ik kwijt evenals het betoog dat ik hield, maar dat was ik toen al kwijt. Het betoog hou je van mij tegoed. Ik zal het je vertellen als ik de liefde verklaar aan mijn vrouw zoals jij gisteren de keuken in het algemeen en ons in het bijzonder de liefde verklaarde. "
"Ach, heer bicat, nu we het over eten en drinken hebben. Ik kan u te allen tijde aanraden, maar toch vooral in de herfst, van de ganzenlever te proeven. Zoekt u daarbij een zo eenvoudig mogelijk bewerkte ganzenlever, dus geen paté, niets met geconfijte uien of anderszins toevoegingen.
U wilt ganzenlever proeven die met de hand is schoongemaakt door een oud boerenvrouwtje die hooguit peper, zout en wat cognac toevoegde en daarna op 70 graden in de oven met de deur op een kier de lever zachtjes liet warm worden. Niet smelten, want dan scheidt het vet van de lever en bent u uw produkt kwijt. Nee, u wilt de lever verwarmen zodat lever, peprer, zout en cognac een geheel gaan vormen. Dat wat u wilt proeven is de waarheid en niets anders dan de waarheid.
Slaat u overigens wel in grote hoeveelheden in, niets zo erg als aan het einde te moeten constateren dat u nog wel wat had gelust. Nee, met veel dingen is het zo dat we nèt even meer moeten eten dan ons lief is. Nèt dat decadente punt van overdaad aantikken.
Schenkt u daarbij een Gewürztraminer en bij voorkeur hoe ouder hoe beter en liever nog een Grand Cru dan een gewone. Maar als u dan toch uit wilt pakken dan komt u niet heen om de Tokay Pinot Gris.
"Of die klassieke Suske & Wiske (het was nummer 78 als ik het goed heb): De Kakkende Kakkerlakken, die aflevering waarin Tante Sidonia in haar keuken te maken heeft met een steeds groter wordende populatie kakkerlakken, die voortdurend alles onderschijten, niet in de laatste plaats de biefstuk met friet die Tante speciaal voor Lambik had gebakken, tot grote woede van onze favoriete zeshaarder, die gelijk een spuitbus pakt en erop los begint te spuiten, dit tot groot enthousiasme van zowel Suske als Wiske, die duchtig beginnen mee te spuiten (we hebben het hier duidelijk over de periode waarin Suske en Wiske nog net zo milieubewust waren als George W. Bush die zijn privejet vanuit Kyoto liet terugvliegen naar zijn range in Texas omdat ie z'n favoriete cowboy-hoed was vergeten), maar in de spuitbus van Lambik blijkt een goedje te zitten dat er voor zorgt dat de kakkerlakken de volgende dag het formaat van een jong paard hebben (professor Barabas had een lege spuitbus gebruikt om zijn nieuwe groei-middel te testen en vergeetachtig als hij was, had hij het bij Tanta Sidonia laten liggen, puur uit teleustelling, want ook na gebruik van het groeimiddel had Tante Sidonia de professor uitgelachen toen hij zijn broek naar beneden deed), afijn, nu de kakkerlakken gegroeid zijn, schijten ze nog harder met als gevolg dat tante Sidonia, Lambik, Suske en Wiske hun huis worden uitgescheten, waarna ze Jerommeke erbij halen, wiens enige bijdrage een ENORME scheet is, gelukkig komt professor Barabas eraan met een grote smile op z'n mombakkes en een nog grotere bobbel in de broek die, zo zal even later blijken, amper in staat is de steeds groter wordende penis van Barabas te verhullen met als gevolg dat Tante Sidonia, gek van geilheid, zich op professor Barabas stort die vrijwel onmiddellijk klaarkomt en bovenop een van de reuzekakkerlakken kwakt die dan weer vrijwel onmiddelijk in elkaar krimpt en in het niets oplost, waarna ook Lambik en Suske en Jerommeke hun apparaat bewerken met het groeimiddel, zodat ze de volgende dag, onder de stimulerende leiding van Tante Sidonia en Wiske, de kakkerlakken dood masturberen. Knipoog Wiske. Einde."
"De vergelijking ‘vleesetend’ en ‘vrouw’ is een natte wensdroom. Het is veelbetekende symboliek dat er aan vegetarische mutaties man/vrouw/ hermafrodiet wordt gewerkt door de wetenschappelijke elite. Weten zij soms meer? Staat ons Armageddon te wachten ? De finale segregratie, het schisma van de sexen en de ondergang van hun zondige sexueel verkeer als geheime wapen om de wereldbevolking eindelijk zonder oorlogen te kunnen reguleren ? Reincarneren in een plantaardig bestaan in een potje aarde van robotformaties die miljoenen grijze racks van vruchtdragende en geurige planten produceren onder uiterst secure en berekende condities , zonder vrij zon of maanlicht, zonder zicht of gehoor, zonder tastzin, zonder geluid van wind en zee." Zelfbeschouwing
"Een man van middelbare leeftijd, beet je te dik, beetje te morsig. Baardje of sik wellicht. En witte schilfertjes sieren zijn gelaat. Hij rookt en hij drinkt, maar in tegenstelling tot wat hij ons graag wil doen geloven, niet teveel. Hij is een ambtenaar, schaaltje 9. verder een liefhebbende vader die zijn frustratie over het uitblijvende en waarschijnlijk nooit meer komende grootse leven heeft verruild voor een soort van komisch cynisme. Hij neemt het niemand kwalijk behalve misschien soms zichzelf, maar dan alleen na een Westmalle Tripel te veel. Hartstochtelijk supporter van NAC of een andere club ten zuiden van de grote rivieren, want dat hij een Brabander is moet haast wel. Zo stel ik mij Kiers voor, maar wellicht is het wel gewoon die homofiele Indo die bij Serudang de lege borden ophaalt..who knows.."
"Het is vast een meteroloog, een weermenneke met een gesmoorde sexualiteit, eentje met een enorm taboe. Een vrijgezelle biologieleraar met verlatingsangst kan ook. Zo'n eenzaam type die nog steeds bij zijn moeder woont en al jaren lesgeeft in het basisonderwijs. Zo'n anonieme 13 inhetdozijnman die spaarzaam leeft, de piepers schilt en de afwas doet, zo eentje die op de middagwandeling met het hondje van moeders vanachter de krant bij een speeltuin of in het park naar stoeiende of voetballende jochies kijkt en de pijn verzwijgt. Een masochist die het taboe koestert.
"Ach ja, leuk, schrijvers. |